Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De goede zal zijner kinders kinderen doen [51]erven; maar het vermogen des [52]zondaars is voor den rechtvaardige [53]weggelegd. 51. Te weten, zijne middelen. 52. Dat is, van de grove en gruwelijke zondaars. Zie 1 Sam.15:18; Ps.1:1. 53. Het gebeurt dat de zondaren zelf hunnen rijkdom niet genieten, veel minder hunne kinderen of kindskinderen; en dat den vromen hunne goederen ten deel vallen door Gods beschikking.